Blog

bronzen bloem

Regelmatig kijk ik op vanaf mijn computerscherm en zie op het pad langs de rand van de tuin mensen staan. Sommigen lopen dan wat schutterig door en werpen een voorzichtige blik op het huisje, anderen blijven staan en wijzen. Eén groep is erg luidruchtig en blijft pontificaal staan. Als ik erheen loop, roept een lollige zestiger met Dalí-snor: ‘Hé, wanneer is je boek af?’ De anderen delen zijn vrijpostigheid niet, maar zijn nieuwsgierig genoeg om mijn antwoord af te wachten. Het is een groepje tuin- en literatuurliefhebbers, dat een rondleiding op Amstelglorie krijgt en natuurlijk ook het Wolkershuisje aandoet. Bij het weggaan roept hij nog, ter vergoelijking van zijn directheid: ‘Ik zeg altijd maar zo, een dag niet gelachen is een dag niet geleefd!’

Op één van de laatste dagen zie ik een jeugdige oude man in de tuin staan die de planten inspecteert. Ik weet meteen, dit moet Wim Hemker (83) zijn, de hovenier van Amstelglorie die door Jan Wolkers in zijn dagboek werd beschreven als ‘de man met het aardige Balkanzigeunergezicht’.
Als ik me heb voorgesteld, zegt hij met een twinkeling in zijn ogen: ‘Ik wist niet dat dichters zo gróót konden zijn!’ Hij onderhoudt niet alleen samen met andere tuinders het algemeen groen op het complex, maar heeft ook de Wolkerstuin onder zijn hoede. Hij blijft niet lang, komt alleen even kijken hoe de tuin erbij ligt en wat er binnenkort gedaan moet worden. Trots vertelt hij over zijn twee grote passies: tuinieren en schilderen, aquarellen voornamelijk, en de overeenkomst tussen beide: met kleuren, diepte en contrasten een compositie maken. Uit iets bestaands iets nieuws scheppen.

     

Ik bedenk – als ik na ruim twee weken mijn koffer weer inpak – dat dat ook is wat Wolkers altijd heeft gedaan, scheppen. Ongeacht of dat nu tuinierend, beeldhouwend, schilderend of schrijvend was. En dat het daarom alleen al fantastisch is dat huidige schrijvers in het tuinhuis van de grote schepper mogen verblijven, in het spiegelpaleis waar buiten binnen is en binnen buiten, waar alles reflecteert, omdat de  begeesterde verbazing waarin je continu verkeert de beste voedingsbodem vormt voor creatie.