Blog

Sloot in avondlicht 2

Op woensdag wil ik naar het gratis lunchconcert in het Concertgebouw. Op een van de fietsen die bij het huisje horen ben ik er al binnen een kwartier. Er staat een enorm lange rij wachtenden voor de kassa, maar als die eenmaal geopend is, gaat het snel. Ik heb de pech naast een man plaats te nemen die geen seconde stil kan zitten.

Hij frummelt luidruchtig met zijn ticket en het programmablad, schuift onrustig heen en weer. Perst met zijn gecupte handen zijn knieën uit, alsof het halve sinaasappels zijn. Dat doet me denken aan Marieke Lucas Rijneveld, die in het openingsgedicht ‘Als het je overkomt’ in haar debuut Kalfsvlies een soortgelijk beeld heeft. Haar bundel staat op de boekenplank in het Wolkershuisje, waar niet alleen het hele oeuvre van Wolkers te vinden is, maar ook werk van mijn voorgangers, schrijvers en dichters die vorig jaar in het Wolkershuisje verbleven. De goede zoon van Rob van Essen staat er ook tussen, onwetend nog van de terechte waardering die de roman bij de Libris-uitreiking ten deel zal vallen. Bij vertrek zal ik De camembertmethode in het illustere rijtje plaatsen.

Die man dus, komt steeds een stukje omhoog uit zijn stoel en haalt me volledig uit mijn betovering van het mooie programma: studenten van de Sweelinck Academie die stukken spelen van Bruch, Tsjaikovski, Grieg en Paganini. Na een kwartier hou ik het niet meer en wil hem aanspreken, maar op dat moment kijkt hij me enthousiast aan en zegt: ‘Mooi hè?’ Pas dan bedenk ik dat hij misschien Tourette heeft, of autistisch is, of last heeft van andere zaken die het spannend voor hem maken in zo’n grote zaal vol mensen te zitten en ik zeg: ‘Ja, prachtig.’

Op de weg terug zie ik op de hoek Johannes Verhulststraat/Emmastraat in Oud-Zuid in ouderwetse belettering Albert Heijn op de gevel. ‘De één-na-kleinste van Nederland’, zegt de vakkenvuller trots, ‘de kleinste staat in Naarden Vesting.’  Ik wurm me door de smalle gangetjes, te klein voor winkelwagentjes, naar de broodafdeling, waar ik recht in de fraaie tronie van Gijs Scholten van Aschat kijk. We zijn de enige twee klanten in de winkel. Met pet en sneakers is hij vandaag een figurant in zijn eigen leven.

Daarna ga ik even langs bij My Bookstore vlakbij Amstelglorie op de Spaklerweg, waar ik a.s. zaterdagmiddag een poëzieworkshop ga geven. Maak kennis met Richard Nagel, de manager, en social media specialist Charly. My Bookstore zal in de toekomst vaker samenwerken met De Wolkerstuin en schrijvers uitnodigen bij hen te komen lezen, een workshop of andere literaire activiteit te organiseren. Een mooie manier om Amstelglorianen en buurtbewoners kennis te laten maken met de gastschrijvers en hun werk.

De eenden zwemmen dagelijks met hun kroost langs in de sloot achter het huisje. Komt een vreemde eend, meerkoet of waterhoen te dichtbij, dan jaagt de woerd hem met groot vertoon van wiekende vleugels weg. Snaterend. Gek woord eigenlijk, snateren, bijna een onomatopee.

In de avond is het weer uitgestorven op het park, er wordt nauwelijks gesnaterd, alle mensen die vandaag hun tuinen hebben gespit, gewied, nieuwe plantjes erin gezet, het dak gerepareerd, terrasjes hebben aangelegd, met potgrond hebben gesjouwd en flink verbrand zijn, zijn terug naar huis gegaan. Velen wonen vlakbij.

De workshop poëzie schrijven in MyBookStore, als tegenprestatie voor mijn verblijf op Amstelglorie, wordt op de zonnige zaterdag voor Pasen slechts door een handvol deelnemers  bezocht. Toch zorgt dit kleine aantal ervoor dat de sfeer intiem en betrokken is, en we gaan na een voorstel- en associatierondje meteen aan de slag met allerlei schrijfoefeningen, een stiftgedicht en een ‘verknipt’ gedicht herschrijven. Tussendoor praten we over schrijven en poëzie. De twee uur vliegen voorbij; aan de laatste oefening komen we niet eens meer toe, maar iedereen gaat met een goed gevoel en een nieuw gedicht – met een takje tijm uit Wolkers’ tuin – geplakt op een servetje naar huis.